Aan zee

27 juli 2018 - Whitby, Verenigd Koninkrijk

Een koekeloerenhaan heb je hier niet nodig. Vanaf het eerste streepje zonlicht krijsen de meeuwen wel heel erg doordringend.

Om half vijf opnieuw in slaap vallen was niet echt een probleem. Op onze kleine kamer is langs de muur tegenover het bed een piepklein tafeltje bevestigd waaraan twee stoelen staan. In het midden is er geen tafelpoot maar een ladensysteem waarin het ontbijtservies zit. Om half negen wordt een ontbijtmandje aan de deur gezet en voor de rest moet je je plan maar trekken.

Vanmorgen ontmoetten we de landlady op de trap, een pezig vrouwtje van middelbare leeftijd met twee dikke zwarte vlechten die houdt van joggen in de regen en mij op mijn schouder sloeg.

Bij het buitenkomen druppelde het en tegen dat we goed en wel in de auto zaten, regende het dat het goot en hoorden we een paar donderslagen. Jan zei dat hij regen wel ok vindt maar niet in zijn vakantie en als bij wonder hield het op met regenen. We bochtten daarom af naar Whitby Abbey, een ruïne gelegen bovenop de heuvel aan de rechterzijde van het haventje. Het uitgedroogde gras kreeg de tijd niet om de regen op te slorpen. De zon zorgde voor een waas van waterdamp. Er was geen zuchtje wind ook al waren we vlak boven de zee. Een bus Japanners hadden hun vouwparapluutjes bij en gebruikten die als zonnescherm. Jan heeft dat ook gedaan, het was er tropisch. De abdij is prachtig gelegen en via een wandelpad met een aantal rustpunten kan je de hele geschiedenis beluisteren met een audiofoon. Al in 600 stond er een soort dubbel klooster, een voor vrouwen en een voor mannen, onder de leiding van een zekere abdis Hilde. Ze moet een heel getalenteerde vrouw geweest zijn die sterke banden had met het koningshuis. Na jaren van bloei zorgden herhaaldelijk aanvallen van Vikings voor verval. In de middeleeuwen werd een abdij gebouwd die schatrijk werd dankzij de inkomsten van wol en van pelgrims. Wie als pelgrim de abdij wilde binnen gaan, mocht dat niet blootsvoets doen, wat voor de armen niet evident was, maar de rijken mochten niet binnen met hun laarzen en rijsporen. Het fortuin werd gebruikt voor zeer grote verfraaiingswerken en diende ook om koninklijke bezoekers op gepaste wijze te ontvangen. Het resultaat was dat de abdij failliet ging en verkommerde.

Vlakbij Whitby ligt een prachtige baai, Robin Hood’s Bay. Het dorpje zelf is heel pittoresk met smalle steile straatjes. Toen we er aankwamen, was het moeilijk om de horizon te onderscheiden, er hing een waas over de zee. We hebben door de straatjes gekuierd, iets gegeten en wat rondgeneusd in een tweedehands boekenzaak. Op het strand speelden kinderen met schopjes en met krabbennetjes net zoals bij ons, maar het zand is veel donkerder en plakt meer.

We wilden Robin Hood’s Bay ook bekijken vanop de andere heuvel en reden door naar Ravenscar. Ooit was het de bedoeling om hier een echte kuststad van te maken. De plannen bestaan nog steeds, maar de Victoriaanse projectontwikkelaar ging failliet. Nu kan je wandelen, fietsen of paardrijden op wat ooit een spoorweg was die moest leiden naar een bloeiend stadje. Het was ondertussen 29 graden. We vonden bij een tearoom een tafeltje in de schaduw en speelden een spelletje scrabble.

De National Trust onderhoudt en verzorgt een wandelpad langs de kust, de Cleveland’s Way. We hebben zolang gescrabbled dat de temperatuur een stuk draaglijker was geworden. Daarom besloten we een gemakkelijk stukje van deze wandelweg te doen. Op de steile stukken moet je stevige wandelschoenen dragen zodat je niet van de kliffen stort. In Ravenscraw zijn die bijna 200 meter hoog. Onderweg vonden we een groot hol van een dier, we vermoedden van een das.

Rond zes uur Engelse tijd reden we terug naar Whitby. Ik zag het niet zitten om vanuit onze B&B te voet naar het centrum van de stad te stappen, vooral omdat de terugtocht bergop een serieuze inspanning vraagt. We hebben wat moeten zoeken, maar vonden toch een parkeerplaats in het drukbezochte stadje. We wandelden tot het uiterst puntje van de pier en zagen zo de abdij bovenop de heuvel liggen. Naast de abdij op het kerkhof van de Saint Mary Church kunnen liefhebbers van vampieren zoeken naar het graf van Lucy. Bram Stoker vond hier zijn inspiratie voor zijn wereldberoemde Dracula verhaal. Wij hebben dat niet gedaan.

Op de pier van Whitby heb je mooie zichten op de zee en op het haventje tussen de heuvels. Voor je er bent, moet je eerst voorbij het typisch Engelse kust entertainment, een lunapark, trampolines, hotdog/wafel/ijskraamjes en de nodige pubs waar je fish en chips kan meenemen.

We vonden het avondeten gisteren zo lekker dat we naar hetzelfde restaurant zijn gegaan. Bij het buitenkomen belandden we in een stortbui en onderweg in de auto zagen we een pracht van een bliksemschicht. Zo eindigde ons rustig dagje aan zee precies zoals het begonnen was, in de plensende regen.

Foto’s

3 Reacties

  1. Noel De Goe:
    27 juli 2018
    Het is om jaloers van te worden vanalles ontmoeten en meerdere plensbuien per dag.
    Hier in hove niets nul riente regen,zweetdrubbels dat wel. Genieten maar over de plas.
  2. Leo Huysmans:
    28 juli 2018
    Stuur eens wat afkoeling naar hier. Gisteren was het hier op de middag moordend om te wandelen. Nu schijnt de zon ook al. Ik profiteer van een nog slapende Andres om te schrijven. Door de warmte is het hier heel vermoeiend, ook het feit dat je regelmatig banen met 4 tot 6 rijstroken moet oversteken in een korte tijd doet er geen goed aan. Zoals bij ons zijn fietsers hier ook vrijgevochten zodat je soms opzij moet springen.
    Hopelijk kunnen we vandaag de warmte verdragen zodat we toch iets kunnen bezoeken.
  3. Myriam:
    28 juli 2018
    Voorzichtig in dat druk verkeer. Is er geen autovrije zone?