Vogelgekrijs en hemelse gezangen

26 juli 2018 - Whitby, Verenigd Koninkrijk

Vanmorgen bij het ontbijt zong Ruth, onze landlady, mee met een CD van Abba en haar man floot af en toe. Het zijn heel lieve en duidelijk gelukkige mensen.

Seahouses klinkt veelbelovend als kustplaatsje maar veel meer dan een onaantrekkelijk haventje met kleine vissersboten en toeristenbootjes is het niet. Onze bedoeling was om zo een bootje te nemen naar de Farne Islands, dat viel dus mee. Omdat Ruth bevriend is met een zekere Andy die bij rederij(tje) Serenity werkt, kozen we om met deze maatschappij mee te varen en niet met Golden Gate zoals oorspronkelijk gepland.

Het werd een vaart van anderhalf uur om nooit meer te vergeten. De 28 Farne Islands zijn een groep grotere en kleinere rotsachtige eilanden zonder bomen of struiken, maar wel krioelend van het leven. Honderden papegaaiduikers, aalscholvers, en een hele kolonie zeehonden vonden hier hun persoonlijk aards paradijs. Op het grootste eiland stichtte Saint Cutberth een broederorde die hij later verplaatste naar Holy Island. Deze magische plaats zagen we in de verte vanop ons hevig schommelend bootje. Ook de rood-witte vuurtoren van Grace Darling en haar vader lag op ons traject. Dit moedige duo roeide in 1838 op een woeste zee midden in een storm naar een rots om negen gestrande zeelui te redden. Grace heeft de ziekste van hen nog een hele tijd verpleegd voor hij sterk genoeg was om weer naar het vasteland gebracht te worden. Zelf is deze heldin maar 26 geworden. Ze bezweek aan tuberculose.

Op ons bootje zat een oudere vrouw met haar dochter en twee kleinzonen. Ze had een bos anjers bij die ze één voor één in zee wierp. Haar oudste kleinzoon had een heel wit snoetje met zorgelijk gefronste wenkbrauwen. Gelukkig fleurde hij op toen we de eerste papegaaiduikers zagen vliegen. Dat is ook een heel grappig zicht. Ze hebben korte dikke lijfjes en om die in de lucht te houden moeten ze ontzettend snel flapperen met hun vleugels.

Om aan boord te gaan moest je een vrij steile stenen trap af. Dat was niet eenvoudig voor een man die zich met een gemotoriseerde rolstoel verplaatste maar nog wel met krukken kon gaan. De bemanning was heel behulpzaam en zo heeft hij mee kunnen genieten van deze unieke ervaring. Zijn jongste dochter was onafscheidelijk van hem, maar de oudste was een echte puber. Ze had een soort tekenverhaal stationsromannetje bij en heeft geen enkele zeehond of vogel bekeken en ook haar vader of zusje werden compleet genegeerd.

Voor het eerst op onze reisroute hadden we een lange rit via de snelweg voor de boeg. In de buurt van Newcastle was het heel druk. De harmonica file loste vrij snel op en in de buurt van Gateshead vingen we nog een glimp op van de Angel of the North. Stilaan begon de temperatuur te stijgen van 23 graden op zee naar 28.

In Durham viel de warmte op ons zodra we uit de auto stapten. Het was even puffen om de kathedraal te bereiken die een heel stuk hoger ligt dan de rivier waar we parkeerden.

Binnen mag je spijtig genoeg geen foto’s nemen. Dat is spijtig want ik heb nog nooit zo een prachtige en grote kathedraal gezien die grotendeels in romaanse stijl is gebouwd. De zuilen zijn vier keer zo dik als in een gotische kathedraal, maar omdat het er zo ruim is heeft dat een heel speciaal effect. We hadden het getroffen want een gemengd koor uit Michigan ging de evensong opluisteren. In de cathedral shop had ik de twee jongste leden al ontmoet, twee meisjes van ongeveer 10 jaar. Eentje sprak mij heel enthousiast aan en vertelde dat er een miniatuur kathedraal in lego stond. Dat vond ze ‘awesome’. Het andere meisje was in een boek van het winkeltje aan het lezen en werd rood als en pioen toen ze me zag.

Het koor zong hemels mooi. Hun articulatie, hun overgangen van zacht naar volumineus, hun warme klank, hun zwarte soutanes met witte kazuifel eroverheen, en dat in de prachtige omgeving van een eeuwenoude kathedraal kan ik alleen maar omschrijven als bloedstollend mooi.

Na deze gevulde dag moest Jan nog eens een heel stuk rijden, gelukkig zonder files deze keer. Vrij laat bereikten we onze B&B in Whitby. We verblijven in een straat vol statige herenhuizen. Onze kamer ligt op de tweede verdieping. Het is hier vrij klein, maar we zijn heel blij dat we eens kunnen slapen in een kamer zonder vast tapijt, voor het eerst sinds thuis, de overtocht niet meegerekend.

Uitgehongerd wandelden we bergaf naar het centrum waar we heel lekker hebben gegeten. We wandelden nog tot aan de brug van het pittoreske haventje en genoten van het schijnsel van een ogenschijnlijk supergrote maan en het gekrijs van de talloze meeuwen. De weg terug bergop was even doorbijten, maar we zullen wel goed slapen vannacht.

Foto’s

4 Reacties

  1. Leo Huysmans:
    27 juli 2018
    Zoals steeds een prachtige beschrijving. Je kan alleen maar dromen om daar ook te zijn
  2. Ria:
    27 juli 2018
    Fantastisch zo iedere morgen bij het ontbijt jullie reisverhaal lezen en wat een prachtige natuur, dat zijn schitterende foto's !!
    De Farne Islands worden zeker op mijn verlanglijstje geplaatst. Geniet nog van de komende dagen !
  3. Myriam:
    27 juli 2018
    Dat gaan we zeker doen!
  4. Noel De Goe:
    27 juli 2018
    Erg genoten van jullie verslag.Wel een drukke dag ,starten met een avontuur cruise vogel spotting verder nog cultuur zangkoor jullie niet onbekend en dan met veel goesting ..De hongeren spijzen.
    Zo te zien zijn de dagen nog te kort.Welterustenenmorgengezondweerop!