Woensdag 24 juli: van Carbis Bay naar Clovelly
25 juli 2019 - Clovelly, Verenigd Koninkrijk
Downsfield had een mooie kamer met uitstekend bed, maar het gebouw is gehorig en de gastvrouw kil. Vanmorgen kregen we een eerder karig ontbijt na vrij lang wachten. Gelukkig boekten we hier maar één nacht.
De zomervakantie van de Engelse kinderen is begonnen en dat hebben we wel gemerkt aan het verkeer. Op weg naar Saint Michael’s Mount hadden we even file. Toen we er bijna waren en het eiland al konden zien, stonden we plots voor een wegversperring: onbegrijpelijk in het hoogseizoen! We behoorden bij de minderheid van de toeristen die het de moeite vonden om langs de omleiding te rijden. Het was in Marazion, het dorpje dat uitkijkt op het getijdeneiland, gezellig druk, maar er was geen sprake van het massatoerisme dat je er normaal gezien wel hebt in deze tijd van het jaar. Met een bootje dat vervaarlijk wiebelde, bereikten we het eiland in een paar minuten, want de wandelweg ernaartoe was overstroomd.
In de vijfde eeuw zagen een paar vissers de aartsengel Michael verschijnen en zo kreeg het eiland zijn naam. Toen de Normandiërs in de elfde eeuw Engeland veroverden, vonden ze de gelijkenis met hun eigen Mont Saint Michel zo treffend dat ze de Benedictijnse monniken van daar lieten overkomen om hier een klooster te stichten. Nu staat er bovenop de heuvel een kasteel dat nog deels in privéhanden is. Blij met onze National Trust kaart klommen we op de eeuwenoude kasseitjes naar boven om er het kasteel gratis te bezoeken. We stapten in de voetsporen van koningin Victoria. Ze had zich samen met haar dierbare Albert teruggetrokken in hun buitenverblijf op the Isle of Wight. Albert had moeite met de publieke aandacht die naar zijn vrouw ging en niet naar hem. Samen besloten ze om met hun jacht naar Saint Michael’s Mount te varen. Tot grote vreugde van Albert was alleen de housekeeper thuis en kon hij ongestoord samen met zijn Victoria thee drinken in de blauwe kamer van het kasteel. De blauwe sofa waarop ze samen zaten te genieten, staat nog precies op dezelfde plaats. Het interieur is nog altijd heel stijlvol. Albert was die dag zo in zijn nopjes dat hij nog een uurtje gespeeld heeft op het orgel in het kerkje vlakbij. De eigenaars van het kasteel hadden het vorstelijk bezoek dan wel gemist, maar ze voelden zich zo vereerd dat ze een volledige vleugel lieten bijbouwen, the Victoria wing. Het zicht vanop de terrassen rond het kasteel is prachtig.
We aten een sandwich waar chips bij geserveerd werden en voeren toen weer naar Marazion. Het aantal toeristen dat daar stond te wachten, was al veel groter geworden.
De files richting Land’s End vielen mee. We hebben erg genoten van het woeste landschap. De grillige rotsen, de aalscholvers en meeuwen, de opspattende golven, een vuurtoren in de verte: het is allemaal even onvergetelijk.
In de latere namiddag konden we met de auto tot heel dichtbij Lanyon Quoit rijden. “Quoit” is het Cornish voor menhir. Zonder GPS was de plek waarschijnlijk niet te vinden. Iets verderop ligt Mên-an-tol, een groep van drie eerder kleine stenen, twee rechtop staande en in het midden een ronde steen met centraal een uitgehouwen cirkel. Daar moesten we wel een heel stuk naartoe wandelen langs een veldweg vol koeienvlaaien. De zwaluwen gierden rond en boven ons. Onderweg vond Jan een splinternieuwe badge. De heks die erop stond, zat achterstevoren op haar bezemsteel; en droeg enkel een toverhoed. We hebben de badge midden op het pad gelegd en met onze voet een pijl in het zand getrokken, zo zal de eigenares de badge wel terugvinden.
We hadden nog een lange rit voor de boeg, maar halverwege ontdekten we een Inn die een prijs had gewonnen voor het lekker eten dat je er kan krijgen. Er moet vroeger in de buurt een steengroeve geweest zijn, want de Inn heet The Quarryman. De binnenkoer is omgeven door gastenkamers waar vroeger de arbeiders sliepen.
We lieten Cornwall achter ons en verblijven weer in pittoresk Devon. We hebben hier niet alleen een ruime kamer, maar ook een aparte keuken en badkamer. De gastheer vond het niet erg dat we vrij laat aankwamen. Hij is heel vriendelijk. Morgen ontmoeten we zijn hond, een Spaniel!
Lieve groetjes
De gelijkenis met de Mont St. Michel is inderdaad zeer treffend.
Prachtig!
Els en Hugo